Hoe je ze herkent en vermijdt
Opvoeden is een van de mooiste, maar ook meest uitdagende taken in het leven. Elke ouder wil het beste voor zijn kind, maar onderweg maken we allemaal fouten. Ook ik. Soms zonder het te beseffen, trappen we in veelvoorkomende valkuilen die de ontwikkeling van ons kind kunnen beïnvloeden.
In deze blog bespreek ik 9 valkuilen. Ik hoop dat deze inzichten je helpen om bewuster hiermee om te gaan en dat je met meer vertrouwen je kind kunt begeleiden.
1. De meest voorkomende valkuil is dat wanneer je zelf moe bent, toe gaat geven aan de grillen van je kind. Ik heb nu even niet de energie om de strijd aan te gaan, wordt dan vaak gezegd. Dit kan met het bord leegeten te maken hebben, boos zijn als ze het koekje niet krijgen, met speelgoed gooien, niet in het eigen bed willen slapen of overal driftbuien van krijgen of je aandacht opeisen. Maar als je te vaak toegeeft aan je kind, dan leer je hem dat hij door boos worden en drammen zijn zin krijgt. Zo raken ze eraan gewend dat jij uiteindelijk toch toegeeft. Als ze vanaf het begin weten dat jij de strijd wint en niet zij, dan geven ze in de peuter- en kleutertijd veel eerder op en weten ze gewoon dat boos worden geen zin heeft. Het gaat er dus om wie de langste adem heeft en kinderen kunnen het uren volhouden en soms dagen achtereen. Maar de aanhouder wint en weet dat het niet persoonlijk is om je dwars te zitten. Je bent juist een goede vader of moeder als je duidelijk de grenzen aangeeft en dit consequent hanteert. Doe dit wel vriendelijk en liefdevol, eveneens ook kort en duidelijk. Je wordt hierdoor voor je kinderen voorspelbaar en hier houden kinderen van. Als je dit in de jonge jaren strak hanteert, heb je hier de rest van hun leven profijt van en heb je goed luisterende kinderen.
2. Een andere valkuil is dat er heel veel gemopperd wordt in huis. Als dit de standaard is, dan is er weinig warmte en sfeer in huis. Dit doet dus ook iets met het humeur van het kind. Als je moe bent, probeer dan bijvoorbeeld ook even goed te slapen als je kind gaat slapen. Dan heb je daarna weer energie. Of probeer af te wisselen met je partner als je het alleen te veel vindt. Heb je geen partner, probeer dan mensen om je heen te verzamelen, die af en toe op je kind passen. Een vrolijke ouder met energie, die voor een prettige sfeer in huis zorgt, is zo belangrijk voor je kind. Doe je dit niet en blijf je veel mopperen op je kind, dan laat je kind vaak ook minder gezellig gedrag zien. Ze worden gewoon een kopie van wat je als ouder altijd laat zien. Als je scheld tegen je kind, kun je ook een grote mond terug verwachten als ze ouder worden.
3. Geen tijd hebben voor je kind is ook een valkuil. Ouders hebben het vaak druk met werk of kunnen zich moeilijk los kunnen maken van TV, tablet, telefoon of computer. Kinderen willen gewoon af en toe echte aandacht van hun ouders. Dat je dus oprecht en met je volle aandacht naar je kind luistert, kijkt en speelt. Krijgen ze die niet voldoende, kunnen ze hele negatieve aandacht gaan vragen door te gillen, spullen stuk te maken of clown gedrag laten zien. En wat er dan vaak gebeurt is dat ouders boos worden op hun kind, omdat ze zulke rare dingen doen. En zo kom je samen in een negatieve spiraal terecht. Probeer dus echte gezellige momenten samen te hebben en benoem ook als je verwacht dat je kind zich nu even alleen moet vermaken. Leer ze dat ze niet de hele dag je aandacht kunnen vragen, omdat je ook andere dingen moet doen.
4. Een valkuil bij clown gedrag of grapjes gedrag is dat mensen alles leuk vinden wat hun kinderen doen en hierdoor het kind niet gewend is bijgestuurd te worden. Sommige dingen zijn grappig als kinderen klein zijn, maar bedenk altijd of je het gedrag wat ze laten zien wenselijk is. Zo niet, corrigeren op een vriendelijke toon. Denk hierbij aan een harde scheet of boer laten aan tafel, vieze woorden roepen in gezelschap, overdreven de aandacht opvragen van mensen die op visite komen. Als je dit niet corrigeert op jonge leeftijd, is een kind gewend geraakt dat hij met dit gedrag de aandacht krijgt. Hij wordt hierdoor leuk gevonden en zal dit gedrag dus steeds verder uitbuiten.
5. Structuur geven aan je kind is goed, maar je kunt hier ook in doorslaan. Wanneer je dan afwijkt van de dagelijkse structuur raken kinderen in paniek, omdat het anders nooit zo gaat. Zorg dus binnen de structuur die je biedt, dat je hier regelmatig van afwijkt en leg dit ook uit aan kinderen. Normaal is dit de regel, maar vandaag is het even anders, omdat we op visite gaan. Een flexibel kind en vooral een flexibele volwassenen is erg prettig tijdens de opvoeding.
6. Een andere valkuil is dat je bang bent dat je niet leuk gevonden wordt door je kind. Je moet het echt heel bont maken, wil dit het geval zijn, want er is onvoorwaardelijke liefde tussen ouder en kind. Juist door regels en grenzen te stellen, ontwikkel je vaak een betere, hechtere relatie met je kind, omdat ze zo weten wat ze aan je hebben en je veel minder hoeft te mopperen, omdat het gewoon duidelijk is wat je van elkaar verwacht. Soms voelen ouders het als een persoonlijke aanval als kinderen roepen, je bent stom als ze geen ijsje mogen. Maar als je daar een goede reden voor hebt, dan leg je die uit en houd je voet bij stuk. Dit kan zijn dat het te koud is of omdat je er geen geld voor hebt of omdat ze die dag al een ijsje op hebben. Allemaal goede redenen om niet te voldoen aan de wens van je kind. Je kind vindt je niet stom, maar is boos dat het op dat moment geen ijsje krijgt. Vaak is de boosheid na een paar minuten alweer over en is er niets meer aan de hand.
7. Zorg dat je niet in eindeloze discussies belandt met je kind. Dingen uitleggen is goed, maar houd het kort en jij bepaalt. Natuurlijk kun je als ze ouder worden samen overleggen en samen tot een standpunt komen, maar ik zie in deze tijd hele zachtaardige ouders, die het te perfect en op een hele goede pedagogische manier willen oplossen. Uiteindelijk hoor ik hen 10x hetzelfde uitleggen aan hun kind en het kind blijft maar boos. Soms is het dan ook van, dit is het en nu is het klaar. Ben je niet klaar met boos zijn, dan ga maar even in de gang staan gillen. Als je klaar bent met gillen, kun je terug komen. Een keuze stellen helpt ook altijd heel goed bij driftige peuters. Dan zorg je hetgeen jij wilt dat ze kiezen, een betere optie is dan de andere optie. Dan hebben ze toch het gevoel dat ze kiezen, maar uiteindelijk heb jij bepaald. Bijvoorbeeld als je weinig tijd hebt en je ze in de kinderwagen wil vervoeren. Je kind wil zelf lopen en begint te gillen. Dan zeg je: je kunt kiezen: of in de kinderwagen of we gaan helemaal niet naar de diertjes toe om brood te voeren. Dan kiezen ze meestal het goede en is het ook meteen klaar met de discussie. Pas dit niet altijd toe, alleen als je weinig tijd hebt of geen energie hebt om voet bij stuk te houden.
Je kunt ook gewoon zeggen: We gaan met de kinderwagen of niet. Morgen mag je zelf lopen, want dan heb ik meer tijd. Vandaag niet. Dus dit is het. Jas aan en we gaan. Ook hierbij geldt weer als een kind van de geboorte af weet dat boos worden geen zin heeft, zal hij zijn boze bui snel laten liggen en gewoon mee gaan in de kinderwagen. Ik benoemde naar mijn kinderen ook altijd: ik begrijp dat je boos bent, maar als je gaat gillen, verander ik niet van gedachte hoor. Ik blijf bij mijn standpunt en het mag niet. Kort en duidelijk communiceren. En denk niet dat een dreumes of peuter je niet begrijpt. Kinderen begrijpen taal al vanaf hele jonge leeftijd.
8. Zorg dat je geen curling ouder wordt. Kinderen mogen zelf ontdekken, fouten maken en hun grenzen opzoeken. Bescherm ze niet voor alles waarvan jij denkt dat het misschien wel te veel is voor hun kinderzieltje. Want kinderen moeten ook wel een beetje hard worden in onze samenleving. Ze moeten tegen een stootje kunnen en weerbaar zijn. Ze moeten ook leren met teleurstellingen om te gaan. Een voorbeeld is om bijvoorbeeld niet te zeggen dat je dit weekend naar een pretpark wil gaan. Want stel je nu voor dat het niet door kan gaan. Door dit juist wel te delen met je kind, maar je ze flexibel en weerbaar. Ze begrijpen dat het leven soms anders loopt, dan je gepland had. Hier zijn vaak goede redenen voor, die je eenvoudig met je kind kunt bespreken. Ben dus niet te beschermend en neem niet alle obstakels weg, waarvan jij denkt dat je kind die niet aan kan. Want ook obstakels nemen, moet je leren in het leven. Hoe jonger je dit leert, hoe beter je het kunt als je ouder wordt.
9. Een laatste valkuil is de lat te hoog leggen voor je kind. Hierdoor heeft je kind het gevoel nooit goed genoeg te zijn voor je en te falen. Je mag ambities hebben voor je kind, maar kijk vooral naar wat het kind wil, naar zijn capaciteiten en zijn talenten. Als ze niet goed zijn in rekenen, kunnen ze misschien wel heel goed dansen. En zorg dan dat je ze met rekenen helpt waar nodig is en als het dan nog niet lukt, dat dat niet erg is. Als een kind lekker in zijn vel zit, ontwikkelen kinderen zich over het algemeen goed. Juist door veel met ze bezig te zijn en ze te helpen waar nodig is, geef je ze zelfvertrouwen. En alleen met zelfvertrouwen, lukt het je om dingen te doen, die moeilijk zijn. Heb je faalangst ontwikkeld, dan presteer je juist over het algemeen minder goed. En soms leggen kinderen zelf de lat heel hoog. Zorg dat je dit tijdig ziet als ouder en bewaak hun grens als ze dat zelf nog niet kunnen. Het hoeft niet altijd perfect te zijn.
Reactie plaatsen
Reacties